Het is Bart van Wildcraft Gidsen die me hartelijk verwelkomt in Auberge des Castors, in Stavelot. Hij is een onvermoeibare, sympathieke en erg gedreven wildcrafter die de kneepjes van het vak leerde in Engeland. Op zijn vraag wat ik van deze dag verwacht, antwoord ik een beetje schaapachtig: "Zoiets als de avonturen van Bear Grylls misschien?" Hij moet erom lachen. "Leuk en sensationeel zijn Grylls' avonturen wel, maar ze draaien louter om overleven. Wildcraft of bushcraft, wat wij vandaag gaan doen, is er net op gericht om niet in zo'n overlevingssituatie terecht te komen."
"Onderdak, vuur, water en voedsel zijn de vier basispijlers van het wildcraften", licht Bart toe. "Ze zijn essentieel om je overlevingskansen te vergroten. Afhankelijk van de situatie waarin je jezelf bevindt, moet je proberen om die behoeften één voor één in te vullen." De weekendcursussen die Wildcraft Gidsen organiseert, draaien dan ook hoofdzakelijk rond deze thema's. Omdat ik er maar
een dag ben, krijg ik een spoedcursus. We hebben nog maar net de herberg achter ons gelaten en zijn al op zoek naar onderdak!
Wildcraft Gidsen
De organisatie Wildcraft Gidsen is duidelijk gegroeid vanuit een gemeenschappelijke passie voor het leven in en met de natuur. De gediplomeerde gidsen bieden zowel initiaties wildcraft als meer specifieke workshops (zoals navigatie en voeding) of maatwerk aan. Naast survivalcursussen organiseert Wildcraft Gidsen ook kruidenwandelingen, kanotochten, meerdaagse wandeltochten, workshops natuurfotografie, bevertochten,... Voorkennis of ervaring is hierbij niet nodig. De enthousiaste gidsen delen maar graag hun kennis en ervaringen met iedereen die openstaat voor een natuurbeleving. Zowel jeugdbewegingen, bedrijfsgroepen, families, scholen en individuen worden vakkundig ondergedompeld in de wereld van het buitenleven.
Contact
0495/64 27 74 (Jurgen Van de Weyngaert) of info@wildcraftgidsen.be
Website
www.wildcraftgidsen.be
Basisbehoefte 1: shelter
Afhankelijk van de weersomstandigheden is het van levensbelang om voldoende bescherming - een shelter - te vinden of te maken. Daarom zit er vaak een waterdicht zeil in de rugzak van een wildcrafter. Ik ben duidelijk een beginner, want heb bij dit koude weer niet eens handschoenen bij. Bart leent me zijn zeil en wat touw, zodat ik in een stuk loofbos enthousiast op zoek kan gaan naar een mooi vlak stukje aarde tussen twee bomen. Mijn verkleumde handen slagen er nog net in een paalsteek rond een boom te leggen en het zeil over het gespannen touw te draperen. Met het geleende mes scherp ik wat rechte takken die als piketten dienen
om het zeil op te spannen. Het resultaat mag er zijn.
Maar wat als ik genoodzaakt ben om onvoorzien te bivakkeren? "Dan bouwen we een kamp met wat we vinden in de natuur!" Nostalgisch denk ik terug aan mijn kindertijd, toen ik van Sinterklaas Ons Eigen Buitenboek kreeg, een natuurboek voor kinderen vol eenvoudige constructies, waarvan ik de meeste ook uitprobeerde. Nooit gedacht dat die kennis me nog van pas zou komen. Ondanks de ijzige kou werk ik me in het zweet. Met natuurlijk touw van wortels bevestig ik een dwarsbalk tussen twee bomen en plaats er een aantal balken tegen. Om ons zo optimaal mogelijk te beschermen tegen neerslag, bedek ik de constructie van onder naar boven met takken van een groene spar. Als isolatie leggen Bart en ik nog een aantal balken op de koude ondergrond en wat later zitten we tevreden in onze shelter. De eerste basisbehoefte is volbracht. Maar het is nog
steeds koud!
Basisbehoefte 2: vuur
Vuur houdt je warm bij koude nachten en je kunt er eten op bereiden. Tegelijkertijd heeft het een positieve invloed op je mentale weerbaarheid. Gelukkig bestaan er tal van manieren om vuur te maken. "Het belangrijkste voor een goed vuur, is de opbouw ervan", aldus Bart. Om vuur te krijgen, hebben we een vlam, tondel, een nestje en hout nodig. Tondel is makkelijk ontvlambaar materiaal dat je overal in de natuur
vindt: gedroogde paddenstoelen, grassen, bladeren en lisdoddepluizen,... Het ideale materiaal is berkenschors. Door de aanwezigheid van bepaalde oliën is de schors goed ontvlambaar en brandt hij redelijk lang. Wanneer de tondel vuur vat, brengen we het materiaal over naar een nestje. Dat bestaat meestal uit droog gras of droge mossen aangevuld met meer berkenschors. Het brandende nestje wordt op zijn beurt overgebracht naar de vuurplaats, waar het fijne, droge hout vlam vat."
Tot daar de theorie. Nu is het mijn beurt. Ik krijg een gebogen stok toegestopt met daartussen een stuk touw en herken het gereedschap onmiddellijk als de tot de verbeelding sprekende vuurboog uit mijn oude natuurboek. Met de vuurboog laat je een houten spil snel draaien op een houten plankje. Hierdoor ontstaat er wrijvingswarmte die voldoende zou moeten zijn om de tondel vuur te doen vatten. Behalve een beetje rook
is mijn poging tevergeefs. Het gebruikte hout is door omstandigheden net iets te vochtig. Waar had ik die aansteker nu weer gelaten? Bart haalt een magnesiumstick uit zijn rugzak te voorschijn. Door het strijken van
metaal over een stuk magnesium ontstaat er een chemische reactie die een ontstekingswarmte van maar liefst 3000 °C genereert. Verlangend naar warmte schraap ik wat berkenschors fijn als tondel. Mijn eerste pogingen
zijn tevergeefs, maar dankzij een paar bijsturingen van expert Bart kan ik me even later dankbaar opwarmen in mijn shelter.
Basisbehoefte 3: water
We hebben nu onderdak en vuur, het volgende op de lijst is water. Bart neemt me mee de vochtige venen in. Door de dichte mist volgen we stroomafwaarts een klein beekje dat uitmondt in een bescheiden riviertje. Het water ziet er schoon uit, maar is het dat ook? We heffen een steen uit het water en gaan op zoek zijn naar een platworm, kokerjuffer of steekvlieglarve, allen zeer gevoelig voor verontreinigd water. De aanwezigheid ervan zou op drinkbaar water wijzen. Ik vind echter geen van de diertjes. Maar er bestaan nog andere manieren om aan water te komen: sneeuw smelten, berkensap aftappen, regenwater opvangen,... We verlaten opnieuw de heide en in een drassig sparrenbos bekijk ik aandachtig hoe Bart een putje graaft en de wanden en bodem zorgvuldig bekleedt met mossen. "Dit is een zigeunerbron", verklaart hij. "Het putje vult
zich met grondwater en de mossen filteren het." Na een tijdje zie ik inderdaad redelijk zuiver water in de uitsparing terechtkomen. Bart giet het water in een pot en hangt die boven het vuur. Om helemaal zeker te zijn,
koken we het water nog een dikke minuut om de aanwezige bacteriën en parasieten te doden. Het zuivere water smaakt echter nog steeds naar bosgrond, dus verzamel ik snel wat dennennaalden om het warme water om
te toveren tot een smakelijke thee.
Basisbehoefte 4: voedsel
We zijn nu al de hele dag op pad en mijn maag begint hevig te knorren. Tijd om aan onze laatste basisbehoefte te voldoen: voedsel! Een mens kan enkele dagen honger lijden zonder in een levensbedreigende situatie terecht te komen. Maar wil je een langere periode overleven, dan moet je jagen, vissen of op zoek gaan naar eetbare planten, wortels en paddenstoelen. Geen eenvoudige taak en ook niet iets dat je in een uurtje leert. Ik zal dus nog eens terug moeten komen om deel te nemen aan de workshops en kruidenwandelingen die Wildcraft Gidsen organiseert. Gelukkig blijkt mijn gids ook een expert te zijn in het drogen en samenstellen van
gezonde en voedzame trekkingsmaaltijden. Ik sta versteld van zijn kennis én van de smaak van zijn zelfgedroogde stukjes fruit. Lekker!
Consumptiemaatschappij
De dag is voorbij gevlogen. Het was een leerrijke ervaring die mijn kijk op de natuur zeker heeft veranderd. Tijdens de rit naar huis mijmer ik hoe veel de natuur ons te bieden heeft en hoe weinig we daar eigenlijk maar van nodig hebben om te overleven. Het contrast met de hedendaagse consumptiemaatschappij kan niet groter zijn. Een cursus wildcraft leert je niet enkel technieken om te overleven, het plaatst je ook met beide voeten op de grond en brengt je - voor even toch - dichter bij de essentie van het leven. Alleen al om die reden zou ik zo op weekend vertrekken met Wildcraft Gidsen.
5 praktische tips van gids Bart
- Speur onderweg naar berken. Snijd wat schors los en laat die drogen in je broekzak. Berkenschors is licht ontvlambaar en kan later van pas komen om vuur aan te maken.
- Vul de lege ruimte in een EHBO-kitje op met extra watten. In combinatie met een magnesiumstick zijn die ideaal om vuur mee aan te maken.
- Zelfs al regent het al dagen, toch valt er vaak brandhout te vinden. Ga op zoek naar dood, rechtopstaand hout. Dit is vaak oppervlakkig vochtig, maar droog genoeg.
- Ben je niet zeker of het water van een riviertje drinkbaar is? Zoek dan onder stenen naar de platworm, kokerjuffer en/of steekvlieglarve. Tref je die aan, dan kan je waarschijnlijk probleemloos je veldfles vullen. Let wel: de aanwezigheid van deze beestjes geven enkel een indicatie, geen garantie.
- Neem zeker mee: mes met vaste greep, visdraad, vergrootglas, kompas, spiegel, handbijl, kaars, fluitje, nooddeken, condoom, stuk touw.