Avonturen // Wintertrekking door de Schotse Hooglanden
Wintertrekking door de Schotse Hooglanden
Cairngorms National Park
Midden oktober postte Jan op hiking.be een bericht dat hij op zoek was naar iemand om hem te vergezellen gezien 'de dagen zo lang zijn in december en een reisgezel misschien niet zo'n slecht idee is'. Schotland had ik al langer eens willen doen en ik had op het einde van het jaar nog een viertal verlofdagen over. Drie 'lunchmeetings' en 2 maanden later stap ik samen met Jan het vliegtuig op richting Edinburgh.
Rond kwart na tien in de avond arriveren we in Edinburgh Airport. Alles verloopt vlot waardoor we even later op de bus richting Waverley Station zitten. Na een half uur stappen we af en halen we onze treintickets voor morgen op. Vervolgens zoeken we onze jeugdherberg Brodies Hostel op. Net voor sluitingstijd (middernacht), checken we in en installeren we ons op de (vuile) kamer. Ik kruip direct onder de lakens en slaap die nacht goed. Jan daarentegen beleeft de nacht op het toilet met buikpijn, overgeven en buikloop.
De volgende ochtend staan we op tijd op om de trein naar Kingussie te halen. Jan is helemaal leeg, krijgt niks binnen, maar voelt zich redelijk. De treinen in Schotland rijden even op tijd als in België maar slagen er wel in die vertraging onderweg goed te maken. We komen dus op de middag tijdig aan in het zonnige maar koude Kingussie. Vandaag staan er ons nog 17 kilometers te wachten waardoor we niet te veel tijd verliezen. We haasten ons naar de lokale kampeerwinkel voor kampeergas en bezoeken ook de supermarkt voor wat extra proviand. Een half uurtje na aankomst zijn we op weg naar de Ruigh Aiteachain Mountain Bothy.
De eerste kilometers gaan over asfalt maar paseren wel langs de prachtige ruïnes van de Ruthven Barracks. Wat later verlaten we ter hoogte van Drumguish de verharde weg en lopen zo Inshriach Forest binnen. Het pad is besneeuwd maar goed begaanbaar. Het tempo is stevig maar comfortabel. Jan lijkt niet al te veel last te hebben van zijn nachtelijke escapades. Aan de Allt Fhearnasdail steken we de brug over en passeren de grootste ommuurde schapenkring van Schotland: Corarnstilmore. Voor het bos slaan we linksaf en volgen een zeer smal wegje naar het zuiden. Wat later duiken we het bos in waar we in het rood gaan. We zakken ruim tot boven de knieën in de sneeuw en vorderen traag. We kunnen er beiden om lachen en genieten van het buitenleven. Uit het bos gekomen, volgen we het brede pad bergaf naar de Glenfeshie Lodge waar we tot onze verbazing vaststellen dat de brug naar de overkant drie jaar geleden is weggespoelt. Jan zit ondertussen kapot en besluit de ijskoude rivier te doorwaden. Even later bereikt hij de bothy, onze uitvalsbasis voor de komende dagen. Ik heb echter slechte ervaringen met doorwaden en besluit de brug terug stroomafwaarts te nemen. Dit is ruim 3 kilometer terug en het begint al te schemeren. Ik zet mijn verstand op nul en start te stappen. De laatste kilometer tot de brug krijg ik een lift in een landrover die van de lodge komt. Ondertussen besef ik de gigantische omweg die ik aan het maken ben. Ik ben nog lang niet thuis. Als ik de brug oversteek is het donker en heb ik geen idee waar die bothy staat. Jan heeft de topografische kaart waardoor ik me moet baseren op herinneringen van deze ochtend toen ik de route bekeek. Ik zet m'n petzl op en begin aan de tocht. Een uur, een paar glijpartijen en wat tientallen verkeerd gelopen meters later arriveer ik bekaf in de bothy waar Jan met enkele Schotten en evenveel flessen whisky rond de houtkachel zit. Ik installeer m'n slaapgerief en sluit moe maar voldaan bij hen aan. Het was in elk geval een mooie dag in de natuur!
Ruigh Aiteachain - Mountain Bothy
Algemeen
Een mountain bothy is een eenvoudige berghut, meestal zonder slot en openbaar, gratis toegankelijk. Bothies zijn te vinden in afgelegen berggebieden in Schotland, Noord-Engeland en Wales. De meeste bothies zijn te vinden in de Schotse Hooglanden.
Vaak zijn bothies voormalige verrruïneerde gebouwtjes die zijn 'verbouwd' tot eenvoudige wind- en waterdichte schuilhutjes. Ze hebben meestal een slaapgedeelte dat bestaat uit een bovenkamer of een kleine verhoging tegen vocht en koude. Er zijn geen bedden, matrassen of lakens, vaak wel iets van een open haard of houtkachel. Meestal is er wat werkmateriaal zoals een bijl, zaag,... aanwezig om hout te kappen. Water is er steeds in buurt.
De meeste bothies zijn eigendom van landgoedbeheerders van het betreffende gebied maar worden beheerd door de Mountain Bothies Association (MBA).
Locatie
Ten zuidoosten van Kingussie, op de rechteroever van de Feshie River, op 1 km van de Glenfeshie Lodge.
Onderhoud
Mountain Bothies Association (MBA)
Telefoon
+44 1540 65 12 12 (Glenfeshie Lodge)
Site
mountainbothies.org.uk
Meer informatie
Meer informatie
Ruigh Aiteachain bothy is gelegen op de rechteroever van de River Feshie, op ongeveer 1 kilometer van de Glenfeshie Lodge. Vanuit Kingussie bereikten wij de bothy na een dikke 4 uur wandelen. Op een uur stappen van de bothy is er echter ook een parking (Auchleum) waarvan de meeste bezoekers vertrekken.
De bothy bestaat uit 2 gescheiden ruimtes. De eerste ruimte bevat een soort houten rek om in te slapen en biedt plaats aan een 9-tal personen. De tweede ruimte bevat de houtkachel met 2 tafeltjes en wat stoelen. Toen wij er waren, was er spijtig genoeg geen bijl aanwezig. Wel een 5-tal zagen, spade, kruiwagen, borstel en wat ander materiaal.
Links van de bothy loopt een afgedamt riviertje om water te tappen. Wat verder achter het gebouw staat een klein gebouwtje waarin een chemisch toilet is ondergebracht.
In de buurt
Kingussie (op 17 km)
Op zondag 18 december sta ik op na een ijskoude nacht. Aangezien de zon pas laat opkomt, hebben we ruim de tijd om wat te eten. Vandaag trekken we omhoog in de bergen ten oosten van de bothy. De Schotten waarschuwen ons voor de hoeveelheid sneeuw en kijken bedenkelijk als ze horen dat we noch stijgijzers, noch pickel dragen. We bespreken kort wat te doen maar beslissen er gewoon voor te gaan. Over een redelijk breed maar goed besneeuwd pad ploeteren we ons een weg naar boven. Tot op de Meall nan Sleac (800m) is er min of meer een pad gespoord waar we dankbaar
gebruik van maken. We gaan verder omhoog over de kam en sporen beurtelings in het zonnetje door de soms erg diepe sneeuw.
Het zadel tussen twee Munro's komt in zicht maar het sporen wordt nu erg zwaar. Ik geef toe aan de verleiding om het hoogste punt te bereiken en neem de leiding. Jan is nog steeds niet helemaal de oude en beslist na even rusten toch mee te gaan in m'n voetsporen. Op het zadel aangekomen is het panorama de inspanning meer dan waard. We hebben een ongelooflijk zicht op de hoogste toppen van de Cairngorms. Daarbovenop is het praktisch windstil. Jan zet de afdaling in terwijl ik nog even blijf genieten. Wat later schiet ik ook in gang en loop het laatste stuk door de diepsneeuw tot bij Jan. Tijdens de afdaling komt de zon nog even piepen door de wolken maar stilaan trekt de horizon dicht.
Die avond zitten we opnieuw niet alleen in de bothy. Een groep van 4 Britse leerkrachten op uitstap alsook een familie met hond bevolken het kleine hutje. Gelukkig slapen we alleen in de ruimte waar de kachel staat. De anderen slapen in de houten rekken.
Cairngorms Nationaal Park
Oppervlakte
4528 km²
Situering
Noordoostelijk deel van Schotland.
Hoogte
Hoogste punt: 1245 meter (Ben Macdui).
Telefoon
+44 1479 87 35 35
Site
www.cairngorms.co.uk
Adres Park Authority
Cairngorms National Park Authority
14 The Square
Grantown on Spey
PH26 3HG
Meer informatie
Het Cairngorms Nationaal park is het grootste park van Groot-Brittannië. De hoogste berg van het park is de Ben Macdui (1245m). Vijf van de zes hoogste toppen van Schotland bevinden zich binnen de grenzen van het natuurpark. Het bekendste plaatsje in het park is Aviemore, een dorp dat in de jaren '60 werd omgevormd tot een populair ski- en bergsportoord.
Die nacht is het mijn beurt. Blijkbaar heeft Jan een virus geïmporteerd vanuit België dat hij maar al te graag doorgeeft. Ik spendeer de ijskoude nacht al brakend op het gezellige chemische toilet. Ook de diarree heeft me goed liggen waardoor ik de volgende dag compleet leeg aanvang. Jan beslist dan ook nog eens om voor mijn ogen als ontbijt een blik corned beef op het vuur te gooien. M'n maag keert zich weer dubbel.
Ik voel me verre van fit maar wil Jan niet teleurstellen. Vandaag lopen we naar het zuiden langs de rivier door de prachtige vallei (glen). Jan loopt voorop. Ik zet de automatische piloot aan en volg op karakter Jan's voetstappen in de sneeuw. Na een tijdje wordt de sneeuw erg diep en zie ik Jan terugkeren. Hoewel ik op een of andere manier toch weet te genieten, ben ik blij dat we teruggaan. Ik zit kapot. Daarbovenop ben ik m'n getten vergeten waardoor ik het koud krijg. Het sneeuwt al heel de dag en onder een boom houden we even halt. Ik voel me wat beter en deel een Mars met Jan. Wat later komen we bij de bothy en warmen we ons aan de kachel. Die avond eten we gebakken groenten met noedels en gemalen mozzarela. Een heerlijk maal dat me al bij al redelijk smaakt. Ik begin gelukkig terug op krachten te komen.
Op dinsdag maken we een mooie tocht richting Carn Ban Mor (1052m). Het is ondertussen al wat warmer waardoor de sneeuw begint te smelten. Aan de ruïne van Achleum trekken we door het bos langs de prachtige waterval van de Allt Fhearnagan. Uit het bos gekomen stampen we ons door de besneeuwde heide een weg naar boven. We vorderen zeer langzaam en besluiten ons plan aan te passen. We komen op een mooi uur terug 'thuis' en sprokkelen hout en zagen boomstammetjes voor vanavond.
De laatste avond in de bothy eten we opnieuw gebakken groenten met noedels. Het smaakt me beter dan gisteren. Het gezin met de hond is nog steeds in de bothy en is niet het meest aangename gezelschap. Uiteindelijk gaan ze slapen en stoken we het vuur goed op. We genieten van de laatste avond met thee en Schotse cheddar.
Woensdag 21 december keren we terug naar Kingussie. Ik voel me nog steeds niet honderd procent en heb last van m'n knie. Op automatische piloot wandel ik de 20 kilometer terug naar de beschaving. Al is dat misschien te veel eer voor Kingussie. In het dorp zoeken we het goedkoopste logement: het bunkhouse van de Tipsy Laird, een pub in de dorpsstraat. De pub sluit echter kort nadat we toekomen en de kamer waar we overnachten moet nog op orde worden gebracht. We laten ons materiaal achter en bezoeken de plaatselijke Fish and Chips. We hebben beiden reuzehonger en ik bestel een cheeseburger met chips. Na deze culinaire nachtmerrie trek ik met een vergiftigde maag, ik heb althans dat gevoel, naar de lokale boekenwinkel/toeristische dienst. De Tipsy Laird gaat pas om 16u terug open en we besluiten ons daar wat te warmen. We worden hartelijk ontvangen en helpen wat dozen verhuizen. Als we bij ons vertrek dan ook nog enkele boeken kopen, kunnen we helemaal niks meer verkeerd doen.
Een kwartier later sta ik onder de lauwe douche van de bunkhouse. Een zalig gevoel na 5 dagen koude, rook en zweet. Proper gewassen trekken we naar de pub waar we wat lezen, praten, eten, praten, drinken en naar een documentaire over een Britse expeditie naar de Polen kijken. Een aangename laatste avond!
De dag erna is een dag van reizen: trein, bus, bus, vliegtuig en auto. Moe maar voldaan kom ik rond middernacht thuis. Ik neem nog snel een douche en droom reeds over de volgende bestemming...
Verdere praktische informatie
Transport heen
Wij boekten onze vlucht (95 euro) goedkoop bij de Ierse luchtvaartmaatschappij Ryanair. Vanuit Brussels South, Charleroi dus, vliegen we naar Edinburgh.
Vanaf de luchthaven namen we de bus (4 euro) naar het treinstation. Daar namen we de trein (21 euro) naar Kingussie. De treinrit heen boekten we reeds online in België via de website Scotrail.
Transport terug
Vanuit Kingussie namen we de bus (20 euro) naar Edinburgh aangezien dit veel goedkoper is dan een treinticket aan de kassa (>40 euro). De rit duurde meer dan 3 uur. Vervolgens nog een bus (5 euro) naar de luchthaven om daar opnieuw richting Brussels South te vliegen.
Verblijf
In Edinburgh verbleven we in een jeugdherbeg. Wij boekten het Brodies Hostel (17 euro). Gedurende de trek logeerden we in de Ruigh Aiteachain Mountain Bothy. In Kingussie verbleven we de laatste nacht als enigen in de bunkhouse van The Tipsy Laird (20 euro).
Kostprijs
Transport: ongeveer 155 euro
Logement: 37 euro
Voeding: 20 euro
Totaal: 212 euro
Nabeschouwing
Ondanks de weggespoelde brug, de buikloop, het braken en de afgrijselijke cheeseburger in Kingussie heb ik een fantastische tijd gehad. Het Cairngorms Nationaal Park is een prachtig, ruw landschap met oneindig veel buitensportmogelijkheden. De aanwezigheid van wel 100 mountain bothies verspreid over Schotland biedt zoveel potentieel. Ook het weer maar vooral het gezelschap vielen enorm goed mee. Bedankt Jan voor het organiseren van de trip en de compagnie onderweg! Wordt vervolgd...