Winterbeklimming van de heilige berg Ararat

Deze bijdrage werd geschreven door Orlando Furfari.

De Mount Ararat: een 5137 meter hoge berg in het uiterste oosten van Turkije waar volgens het bijbelverhaal de ark van Noach op vastliep. Al een tijdje liep ik rond met de gedachte deze berg te beklimmen. Na een rondvraag bij mijn klimmakkers bleek er wel interesse te zijn om naar Koerdistan af te reizen. In het najaar van 2012 begon ik dus met de logistieke voorbereidingen: de vluchten boeken, een (verplichte) gids zoeken, de permits en het vervoer regelen, de hotelovernachtingen in Istanbul, info inwinnen over de routes, de weersomstandigheden, de lokale "infrastructuur",...

Begin april 2013 is het dan zover. Via een tussenstop in Zurich vliegen we naar Istanbul. We slapen een nachtje in deze bruisende stad en de volgende ochtend vliegen we naar Agri. Onze gids, Zeki, staat ons op te wachten bij de terminal. Het is nog een uurtje rijden in een minibusje naar Dogubeyazit, het stadje aan de voet van de berg. We rijden door een desolaat landschap: het Anatolisch plateau is grijs en grauw. Hier en daar lopen wat schapen en aan de horizon prijken een aantal besneeuwde bergtoppen. Aangekomen in Dogubeyazit maken we kennis met Buhan Cevarun, onze lokale contactpersoon. Hij zorgt nog voor een snelle hap en geeft ons een aantal flessen loodvrije benzine voor onze branders. Daarna gaat de rit verder. We rijden richting Iran, maar een vijftiental kilometer voor de grens verlaten we de asfaltweg om via een slecht onderhouden en erg geërodeerde aardeweg naar Eli Village te rijden. Hier begint het klimwerk.

We staan op 2200m. Het busje rijdt niet hoger. Gezien de erbarmelijke staat van de weg kan dat trouwens ook niet. Goed gezind laden we de rugzakken op de rug en beginnen we rustig bergop te wandelen. Op 2600m komen we bij een egaal stuk met een paar muurtjes van rotsblokken. Het is ondertussen al laat in de namiddag en Zeki stelt voor om hier ons basiskamp op te slaan. Tussen de schapenkeutels zetten we onze tenten op en nadien nuttigen we een gevriesdroogde maaltijd bij een mooie zonsondergang. Van zodra de zon weg is wordt het gevoelig kouder. Tijd dus om in de slaapzakken te kruipen en te genieten van onze nachtrust.

De volgende ochtend staan we vroeg op. Vandaag moeten we stijgen naar kamp 2 op 3400m. Er staat een lekker voorjaarszonnetje en we stijgen gestaag. Rond 2700m komen we de eerste sneeuwveldjes tegen. De sneeuw is echter van slechte kwaliteit en we proberen zoveel mogelijk over de stenen en de rotsen te stappen. Zeki kent duidelijk de weg en kiest resoluut voor een brede rotsgraat. Bovenop die rotsgraat, die eindigt in een nog breder plateau, kunnen we onze tenten opzetten. Dit wordt kamp 2. In de vroege namiddag zijn we reeds geïnstalleerd. Alles verloopt naar wens. Het is nog vroeg op de middag en omdat het weer goed is besluiten we verder hogerop te klimmen via een sneeuwveld. Deels om de route voor morgen te verkennen, deels om beter te kunnen acclimatiseren. Je weet wel : climb high, sleep low. Op 3700 maken we een praatje met een Tsjechisch team dat morgen een toppoging zal ondernemen. We dalen terug af naar 3400m en kruipen na het avondeten onder de wol. 't Is te zeggen : in de dons.

Mount Ararat

Ararat

Regio
Oost-Turkije
Hoogte
5137 m
Vertrekpunt
Dogubayazit
Hoogteverschil
3600m
GPS coordinaten top
39° 42'113'' N 44° 17' 899'' O

Lengte
3 dagen stijgen, 2 dagen dalen
Link Summitpost
www.summitpost.org/ararat/339572

Algemeen
De met eeuwige sneeuw bedekte vulkaan ligt in het oosten van het land, in de provincie Igdir in Oost-Anatolië, dicht bij de grens met Armenië en Iran. De Turkse naam Agri is afgeleid van het Koerdische woord Agiri dat 'vurig' betekent, verwijzend naar het vulkanisme. De vulkaan is echter al duizenden jaren stil maar is met 5137m de hoogste berg in het Armeense Hoogland (nog steeds in Turkije).

De Ararat wordt als een heilige berg beschouwd. Volgens het Oude Testament strandde de ark van Noach op de berg Ararat na het zakken van het water van de zondvloed. Sommigen die het Noachverhaal letterlijk nemen, ontwaren een bootvorm in de Ararat-anomalie en veronderstellen een verband tussen deze opvallende geologische structuur en de ark.

De letterlijke tekst uit de bijbel (Genesis 8:4 en 8:5 volgens de Nieuwe Bijbelvertaling) luidt: "Op de zeventiende dag van de zevende maand liep de ark vast op het Araratgebergte. Het water zakte voortdurend verder, en op de eerste dag van de tiende maand werden de toppen van de bergen zichtbaar".

Het is echter niet zeker of de tegenwoordige Ararat dezelfde berg is als die uit het verhaal. Door critici wordt dit veelal als een misverstand beschouwd.

Technisch
summitDe Ararat mag dan wel 5137 meter hoog zijn, toch is de berg relatief eenvoudig te bedwingen. In tegenstelling tot het Kackar-gebergte is de Ararat een ruwe, kale top die moeilijk te bereiken is. In de winter kan het erg koud zijn in deze regio en de klim heeft dan ook echte alpine allures. Voor de geïnteresseerden kan ik de organisatie en het gidsenwerk van Burhan Cevarun zeker aanraden. Hij is al zijn beloftes nagekomen en alles is zeer vlot verlopen.
Gegevens:
Burhan Cevarun
topofararat@hotmail.com

Voor de beklimming van de berg is zowel een "climbers visa" als een "permit" (toelating) nodig. Deze documenten worden geregeld door de Turkse Ambassade en het gidsenbureau dat verplicht is op deze expeditie.

De stad Dogubayazit is het vertrekpunt. Vandaar gaat het richting Eli, een dorp dat vanuit de stad na een twee uur durende rit wordt bereikt. Dit dorp is gelegen op 2200 meter hoogte en is eveneens het hoogst bereikbare punt met de jeep. Vandaar gaat het via een bergpad naar het eerste basiskamp op 3200 meter. Vanuit kamp 1 gaat het via een steil en ruw pad naar kamp 2 op 4200 meter.

Dag 3 begint fris met een schuchter zonnetje en veel wolken. We breken onze tenten op en klimmen naar het kamp van de Tsjechen. Ze hebben de top niet gehaald, het weer was te slecht. De top is inderdaad in wolken gehuld. We nemen afscheid van het Tsjechisch team en klimmen verder over de rotsen naar 4200m. Kort na de middag komen we op het "summer altitude camp". Er staat een erg gure wind en het begint te sneeuwen. Het is koud en door de strakke wind en krappe plateautjes is het even wat puzzelen om onze tenten op te zetten. Af en toe gooien we een blik naar boven maar van de top valt geen spoor te bekennen. We overleggen hoe en of we morgen een toppoging zullen wagen want het weer lijkt ons niet erg gunstig gezind. De wind is nog aangewakkerd. Dan komt Zeki met goed nieuws. Hij heeft van Burhan, die in Dogubeyazit gebleven is, vernomen dat het vannacht zou opklaren en dat het tot morgen voormiddag mooi weer zou zijn. Herman belt met zijn vrouw in België die inderdaad deze vooruitzichten bevestigt. We besluiten dat Zeki regelmatig het weer zal checken en dat hij ons rond 03u00 zal wekken om onze toppoging aan te vatten.

Weather Good!! We go to summit now !!

23u30. Ik heb nog geen oog dichtgedaan. Plots roept Zeki vanuit zijn tent. "Orlando!! Weather Good!! We go to summit now !!". Na wat heen en weer geroep tussen onze tenten besluiten we te vertrekken. Het is 00u30 als we beginnen aan onze summitpush. Via wat rotsgeklauter verlaten we ons hoogtekamp en al snel komen we op een groot sneeuwveld. Hier gaan we zig-zaggend naar boven. Het is koud en aardedonker. We zien enkel de 2m voor onze voeten die door ons hoofdlampje verlicht wordt maar we stijgen wel gestaag. In gedachten deel ik de klim op in stukken. 4550m, we staan op de hoogte van de Margheritahut in het Monte Rosa massief. 4810m, we staan op de hoogte van de top van de Mont Blanc. Het sneeuwveld moet nu plaats ruimen voor mixt terrein. Als ik naar boven kijk zie ik duidelijk dat we een voortop naderen. Ik weet dat hierachter het topplateau moet liggen en inderdaad, rond 5000m komen we op een zacht oplopend gedeelte. Dit is de gletsjer. We zijn nu niet meer beschut door de bergflank of de rotsen. Terwijl de ijskoude wind ons geselt binden we ons in en lopen we verder bergop. De koude zuigt in een snel tempo de energie uit ons lijf. Na een half uurtje verschijnt een bult op het einde van het oplopend plateau. Geert, die voor mij loopt, draait zich om. "Nog 30 meter !" roept hij triomfantelijk boven de wind uit. Ik weet dat op de top een scheve, metalen paal moet staan, en die zie ik nu niet. Even later wordt duidelijk dat na deze bult nog een korte graat ligt met een steil oplopend stuk blank ijs dat eindigt in een andere bult... mét paal!! Mijn afgesleten stijgijzers hebben geen goede grip op dit steile, harde ijs. Ik heb alle aandacht nodig bij waar en hoe ik mijn voeten plaats. Als het terrein even later terug vlakker wordt kijk ik op en ik sta op de top van de Mount Ararat!! Zeki en Geert kijken me grijnzend aan. Kort na mij komen ook Nick, Herman en Jan op de top. Na een korte omhelzing en een aantal topfoto's dalen we weer terug af. Het is te koud om hier lang te talmen.

Het is 08u00 als we terug in ons hoogtekamp aankomen. We besluiten even te rusten in de tenten om dan weer alles in te pakken en verder af te dalen naar het tussenkamp op 3400m. Hier zullen we de nacht doorbrengen. De vermoeidheid en het slechte weer, ondertussen is het weer beginnen sneeuwen, verplichten ons om vroeg te gaan slapen. De volgende ochtend ligt er 20cm verse sneeuw. We trekken onze sneeuwschoenen aan en dalen verder af naar Eli Village. Het minibusje komt ons weer oppikken en even later genieten we bij Burhan's ouders van de Koerdische gastvrijheid. Na de middag nodigt hij ons uit om te gaan relaxen in de hammam van Dogubeyazit. Heerlijk om na vijf dagen ploeteren te kunnen douchen en weer proper te zijn. Diezelfde avond genieten we van een warme maaltijd bij Burhan's ouders waar we ook slapen. De volgende ochtend vliegen we weer naar Istanbul en omdat we pas een erg late aansluiting naar Brussel hebben kunnen we nog de Aya Sofia, de Blauwe Moskee en de Bosporus bezoeken. Kuierend door de gezellige, drukke straatjes van Istanbul dringt het langzaam tot me door : ons avontuur zit erop. Maandag, op kantoor, zal ik mijn collega's vertellen dat ik op 4200m hoogte in een klein tentje geslapen heb, dat ik de ganse nacht in de koude naar boven ben geploeterd en bij een Koerdisch gezin, zittend op m'n knieën, met m'n handen heb moeten eten. Ik moet al lachen als ik aan hun niet-begrijpende blikken denk !!